woensdag 5 april 2017

Dingploftbips

Ik bestelde een tweedehands boek dat te dik was voor de brievenbus, dus betaalde ik het pakketjestarief. Dat zat me helemaal niet lekker, maar nieuw was het boek niet meer te koop, dus het was dit of niks.
Het boek arriveerde en ik sloeg het meteen open. Het was een dik, zwaar boek. Toen ik een bladzijde omsloeg viel het uit mijn handen. Ik raapte het op en op dat moment zag ik dat er iets uit was gevallen.
Een bankbiljet.
200, stond erop.
Heel even smolten hoop en onwetendheid samen. Toen sloeg de balans door naar weten en verdampte de hoop. Het was een biljet van 200 Tjechische kronen.
Ik wilde het niet googlen. Ik wilde niet zien dat het maar dertien cent was. Of tweeëntwintig cent komma zeventien.
200. Gun me verdomme even de blijdschap van 200.
Te laat, ik was al in gevecht met de teleurstelling.
Trouwens, de Tjechische kroon, bestond die eigenlijk nog wel? Wat was het ook alweer, dingploftbips?
En toen sloeg ik tóch nog aan het googlen.
‘Dertien cent, je zult het zien,’ zei ik hardop, want de hoop, hij was hardnekkig, ik moest hem opnieuw de kop in drukken. En toen het bedrag in beeld verscheen wéér, want misschien stond de komma verkeerd, misschien was dit de waarde in 2003, of in 1987, voor de val van de muur – je weet het niet. (Ik wist het wel.)
Toen pas zag ik het getal. Het was geen dertien cent. Het was precies het bedrag dat ik kwijt was geweest aan de verzending van het pakketje. Plus nog wat extra.