zondag 29 november 2015

Zeg niet dat het niet kan

De enige hier die het interesseert ben ik, dus praat ik in mezelf. Over Nefertiti, de mooiste vrouw die ooit leefde in Egypte. De vrouw van Echnaton, de ketterkoning die zich graag als Mick Jagger liet afbeelden, nog lang voordat Mick Jagger werd verwekt. Hij stichtte een nieuw geloof, zette alle diergoden bij het vuil en wilde - eiste - dat voortaan Aton werd aanbieden, en Aton alleen. De zonneschijf.

Ik maak er een mondelinge overhoring van:

‘Hij werd vermoord, Echnaton, daar gaan we wel van uit. De priesters – de regering – wilden terug naar het oude en regelden dat Echnatons zoon op de troon kwam. De jonge Toetanchamon. Een twaalfjarige jongen met een horrelvoet, die niet zonder stok kon lopen. Die het liefst in de tuin speelde met zijn dieren. Een watje. Geen oorlogsvoerder. Precies wat ze nodig hadden op dat moment. Toet werd niet ouder dan twintig. Hij heeft het kleinste graf in het Dal der koningen. De enige reden waarom hij zo beroemd is geworden, is dat zijn graf nog onbetreden was toen het werd ontdekt in 1922. Al zijn huisraad lag er nog in. Zijn troon. Zijn gouden masker. Zijn bordspelen, zijn make-up. Zijn drieënzestig wandelstokken (dat getal verzin ik, er is toch niemand die het controleert). Vijftig (idem) pijlen en bogen en al zijn kleren. Allemaal in dat piepkleine graftombetje. En nu blijkt dat helemaal niet zijn tombe te zijn. Het is de tombe van zijn moeder Nefertiti. Alles wijst daarop, zegt een Brits egyptoloog, wiens naam me even is ontschoten (die wel) maar die wellicht de geschiedenis in gaat als de man achter de grootste ontdekking van de eeuw. De sarcofaagkamer van Toet zit aan de linkerkant van zijn graf, dat was alleen bij vrouwen zo. Het gouden masker dat op Toets mummie lag heeft gaatjes in de oren – iets voor vrouwen, niet voor mannen. En het is nu 90% zeker dat achter een van de muren in de achterste kamer van het graf nog een verborgen kamer ligt. Toetanchamon overleed te jong, te snel, zijn eigen graf was nog niet in klaar. Dus kreeg hij een paar kamers van Nefertiti. Denkt de Brit. Nefertiti’s graf is nooit ontdekt. Haar mummie nooit gevonden. En nu is daar die muur. Met die verborgen ruimte erachter.'

Het grootste graf in het dal der koningen is dat van de zonen van Ramses de Tweede, het telt honderdtien kamers. Het werd pas in 1989 ontdekt. Zeg dus niet dat het niet kan, dat er achter die muur niet een complex ligt met tientallen kamers en gangen, en aan het einde een grafkamer met een granieten sarcofaag. Met daarin de mooiste vrouw die ooit in Egypte leefde. Zeg niet dat het niet kan.

dinsdag 17 november 2015

Zinken

In de krant las ik een interview met David Vann, de enige schrijver die ik ken die uit hetzelfde geboortejaar is als ik. 1966 was geen goed schrijversjaar, heb ik lang gedacht. Maar toen verscheen David Vann. In de krant vertelt hij over de tijd die voorafging aan Legende van een zelfmoord. Hij had tien jaar aan het boek geschreven, en er daarna twee jaar mee geleurd. Niemand wilde het uitgeven. Hij besloot zijn leven om te gooien: ‘In lichte paniek begon ik een bedrijf: op een boot ging ik schrijfles geven. Zakelijk werd dat een ramp. Uiteindelijk bouwde ik van mijn laatste geld een boot en trouwde ik. Op de huwelijksreis begon ik weer te schrijven, mijn zeilmemoires. Het zou gaan over mijn avonturen op zee en hoe alles goed was gekomen. Maar toen zonk de boot en dat veranderde alles. Ik kon mijn schulden niet betalen en dacht dat ik in de gevangenis zou belanden. Ik was failliet, had al mijn bezittingen verloren en was mislukt als schrijver en ondernemer. Dat was mijn dieptepunt. Ik realiseerde me dat ik geen zelfmoordneigingen had, waar ik al die jaren bang voor was geweest. Toen wist ik: het komt goed met mij.’

Ik heb een boot nodig. Een boot die kan zinken. Dan komt alles goed.

zondag 15 november 2015

Neutronenbom

Ik lig in bed en luister naar de storm. De wind beukt tegen de ramen, smijt bouwmaterialen in het rond. Ik denk aan de paus die heeft gezegd dat er wellicht sprake is van een derde wereldoorlog die in hoofdstukken wordt uitgevochten. Ik herinner me opeens heel helder hoe we in de jaren tachtig demonstreerden tegen de neutronenbom met spandoeken waarop stond: Ik ben van na de oorlog en wil dat blijven.
Waar is hij gebleven, de neutronenbom? En hoe zit het met de zure regen? Ik wil onze oude angsten terug. Ik weet niet eens wat we nu precies vrezen. Het is geen land, en ook geen religie. Hoewel sommigen menen van wel.
Een oorlog in hoofdstukken – zijn we al over de helft of is dit nog de proloog? Mag een paus wel dit soort uitspraken doen? Straks gaat Willem-Alexander ook nog wat zeggen.
Buiten gaat een scooteralarm af. De poes rent manisch door het huis. Ik blijf liggen tot het licht word, dan sta ik op. Met een kop thee ga ik voor het raam staan. Op het leegstaande bedrijventerrein arriveren busjes met bontgekleurde pieten. Dat is waar, die hebben we ook nog. Gelukkig weet ik wel wat ik daarvan moet vinden.

woensdag 4 november 2015

Zeg het (niet)

Het is de week, of de dag van zeg het met een hashtag. #zeghet. Vrouwen biechten seksueel geweld op. Dat ze hebben ondergaan. Maar dat hoef ik niet uit te leggen, want dat weet inmiddels iedereen nu wel. Hoop ik. Hoogst ongemakkelijk maakt het me. Moet ik nu ook? denk ik al dagen. Moet ik mijn verhaal vertellen? Ben ik een lafbek, een spelbreker, een matennaaister als ik het niet doe? En stel dat ik er over een maand, of een jaar, of pas over vijf jaar opeens behoefte aan heb om het te vertellen, zullen ze dan niet zeggen: O, nu wil je wél? Beetje laat hè. Zullen ze niet zeggen: waar was je toen? Toen iedereen het zei? Toen we één front hadden kunnen vormen, een team. Want elke stem telt, en vele stemmen klinken luider, dat weet je.
Ja, dat weet ik. En ik vind het goed dat ze klinken, die stemmen. Maar als ik denk aan mijn eigen verhaal vertellen krijg ik buikpijn. Heel erg. Dat er een hashtag voor staat verandert daar niks aan. Iemand schreef: ‘Niemand denkt: goh, ik ga eens even lekker oprakelen wat er zoal voor viezigheid is gepasseerd in mijn leven. Niemand heeft zin om zichzelf voor het oog der natie bloot te geven over zo’n onderwerp. Dat is juist het probleem. Juist mensen zoals ik, die het taboe graag willen doorbreken, kunnen het zich niet veroorloven om te zwijgen als er eindelijk wordt geluisterd. Dus ik moet wel.’ Ook daar kreeg ik pijn in mijn buik van.
Ik wil het niet, ik wil het echt heel erg niet. En ik weet hoe dat voelt, om iets heel erg niet te willen maar het toch te moeten. Ook van jezelf.
Ik doe het niet. Sorry.

maandag 2 november 2015

Kalm

‘Zitten is het nieuwe roken,’ zei mijn uitgever, en hij keek me veelbetekenend aan. We stonden in het keukentje van de uitgeverij thee te maken. Ik moest denken aan Hoe lang is een Chinees, en zei: ja. Dat begreep ik ook nooit vroeger, ik wist alleen dat het antwoord ja was.
Ik associeer roken nog steeds met lekker. Ook met vies en duur en slecht, maar vooral met lekker.

Ik vulde een vragenlijst in op internet. Eén van de vragen luidde: ‘Doet u tijdens het tandenpoetsen oefeningen (squats, op één been staan etc.)?’ Ik bleef een poosje naar de vraag kijken. Blijkbaar bestond er een wereld waarin mensen tijdens het tandenpoetsen op één been gingen staan. Het was een beetje als een geheime Facebook-groep waaraan je opeens wordt toegevoegd: o, zaten jullie al die tijd dáár! Gevolgd door de gedachte: waarom zat ik daar dan niet?

Volgens een onderzoek voelt 72% van de Nederlandse mannen en 61% van de Nederlandse vrouwen zich bijna altijd kalm. Ik stond even stil om naar de kalmte in mezelf te kijken. Die is er zelden. Als die er is, is daar meestal alcohol aan voorafgegaan. Uit het onderzoek bleek ook dat 65% van de vrouwen bijna altijd gelukkig is, en 69% van de mannen.
Misschien drinken andere mensen gewoon heel veel.