zondag 31 juli 2011

Zomaar een gedachte

Donorcodicil, euthanasieverklaring, testament, uitvaartverzekering... Ik heb mijn dood beter geregeld dan mijn leven.
Hm.

dinsdag 26 juli 2011

Anders

In het nieuwe zwembad gelden nieuwe regels. In de snelle baan hoef je niet heel snel te gaan, in de brede baan moet je rechts houden. Er wordt niet geschreeuwd en geschopt, wel veel geglimlacht, en het is blijkbaar ook niet gek als je aan de rand van het bad langdurig, met korte intervallen, met je kop gaat staan schudden om het water uit je oor te laten lopen. Niemand die dan denkt dat je een aanval hebt van het een of ander.
Moet je bij het andere zwembad mee aankomen.

Ik deel het Turks bad met niemand. Net zoals het bad met de massagestralen zonet. Ik zit in mijn eigen zweet, alleen in dat van mij. Ik sluit mijn ogen, zak onderuit. Altijd al geweten dat ik in luxe zou kunnen leven. Dan gaat de deur open. Ik schuif langzaam rechtop. Een grote neger komt binnen, snuivend, zuchtend, pakt de wisser, begint de bank schoon te vegen, de wand daar achter. Mijn hoofd bonkt, ik moet eruit, maar denk: als ik nu ga, denkt hij dat het door hem kom. Als ik nu opsta denkt hij dat ik hem er niet bij wil hebben, om wat voor reden dan ook. Misschien omdat ik bang ben voor grote snuivende negers. En dat moeten we niet hebben. Dus blijf ik zitten, in die warmte die nu te warm is, die ruimte die te klein is geworden. Nog twee minuten, of, voor de zekerheid, vijf. Dan sta ik op en loop langzaam, bijna aarzelend naar de deur. Om hem niet de indruk te geven dat ik op de vlucht sla.

Buiten op straat, terug in de drukte en tussen de uitlaatgassen van het langs razende verkeer zie ik een postbode die loopt te huilen, maar ondanks dat de post in de brievenbussen blijft duwen.

zondag 17 juli 2011

Facebook

Het begon met iemand van de middelbare school. Met één druk op de knop kwam ze mijn leven binnen denderen, vragen en verhalen met zich mee nemend. Daar zit ik weer, in een dikke gewatteerde jas Duitse naamvallen op te dreunen, smoesjes te verzinnen om niet te hoeven gymen, kotsend op een boot op het Ijselmeer.
Het wordt een onrustige nacht.

Een paar dagen later, duiken die andere twee op. Ze nemen me bij de hand, op sleeptouw door onze oude wijk, kijk die daar, die woont nu daar en daar en heeft een dochter van zes, en die, weet je wat die nu doet? Daarna moet ik mee naar de Vivo, waar ik op de uitkijk blijf staan, terwijl zij binnen snoep pikken.

‘s Avonds kijk ik bij haar thuis naar het songfestival, eten we Pretletters en Fuifnummers en drinken we zelfgemaakte Spoetnicks. Op haar kamerdeur zit een Blij dat ik rij-sticker waar hij ‘blij dat ik vrij’ van heeft gemaakt. O, weten jullie dat niet meer? Ik wel, het schiet me opeens weer te binnen, en dat is niet het enige.
Ik ben een magneet en de herinneringen zijn ijzerslijpsel.

En net als ik denk alles te hebben gehad komt hij op mijn deur kloppen, uitgerekend hij. Hij heeft een kaartje van me gevonden in een doos met oude post. Een kaartje uit Afrika. En ik reken uit, Afrika, dat is 23 jaar geleden.

Twee, drie maanden, langer duurde het niet tussen ons. En toen naar Afrika, waar ik twijfelde over dat kaartje – ik weet het nog precies. Want eigenlijk hoorde ik er allang overheen te zijn, hoorde ik allang verder te zijn met mijn leven. Wat stellen drie maanden nu voor?

We hebben het er niet meer over, we hebben het over nu, over wat hij nu doet, wat ik nu doe, waar hij nu woont, ik, en we behandelen zijdelings onze ‘relatiestatus’. Ik denk aan die keer dat we op een metrostation stonden te zoenen en er een man naar ons toe kwam die riep dat hij een foto van ons wilde maken, ‘een zwart-wit foto’. Want we leken op Ad Visser en Sjoukje Dijkstra. Sprekend, vond hij. En ik dacht: ik zal toch niet echt..?

Al die beelden dringen zich nu op. Facebook heeft een compilatie gemaakt van mijn leven in herinneringen. Ik vraag me af of ze daar wel eens bij stilstaan, op het Facebook-hoofdkantoor, of ze enig idee hebben wat dat met een mens doet.

Het is ingewikkeld.

vrijdag 15 juli 2011

Verkooppraatjes

Oftewel, hoe breng je je product aan de man...

Kruimeltje
‘Alle liefhebbers van Kruimeltje de Musical opgelet: na deze deal zijn alle voorstellingen zonder enige twijfel afgelast... Het spijt ons. Soms is het het één of het ander. Voor € 24 maakt geen kruimel namelijk meer kans door deze krachtige Philips FC 6140 kruimelzuiger.’

Koffie
‘Bel gerust SBS-tuingoeroe Rob Verlinden om te vragen of-ie naar je tuin komt kijken, maar ga dan gewoon alleen koffie met 'm drinken terwijl jullie voor de vorm nog even 2 tellen naar je tuin kijken om vervolgens samen meteen vast te stellen dat het zo erg oké is. Want het tuindoek met foto naar keuze dat je met Groupon bestelt bij CanvasDirect voor € 29 van 90 x 120 óf 100 x 100 (waarde € 60) óf voor € 59 van 150 x 150 of 120 x 180 (waarde € 120) óf voor € 149 van 200 x 300 (waarde € 299) maakt je tuin uniek.’

Eten
‘Goede voornemens zijn leuk en dapper en daadkrachtig en stoer en aangenaam en gedisciplineerd en prettig en gezond: tot het moment dat je in actie moet komen. Misschien is het makkelijker als er eten bij komt kijken. Eigenlijk is alles altijd makkelijker als er eten bij komt kijken. Laat dat eten maar kijken, want Sports World biedt voor € 39 een Healthy Summer Experience voor 2 personen.’

Buren
‘Waar je inmiddels niet meer bij de buren aanklopt voor een kopje suiker blijkt het verzorgen van een diner zonder hun hulp toch een lastige kwestie. Een blik mais openen zonder blikopener neemt nu eenmaal wat extra tijd in beslag, evenals het openen van een fles wijn zonder wijnopener. Gun je buren rust en zorg voor je eigen keukenhulpjes.' (Set keukengereedschap)

Schaken
‘De beste manier om je zelfvertrouwen te vergroten, is soms iets speciaals onder je kleding verbergen, zoals een tattoo van jezelf als wereldkampioen schaken of bijzondere lingerie.’ (Waardebon Hönkemuller)

Lak
‘Wat krasjes in de lak zijn voor auto’s, zijn rimpels voor mensen: onnodig en leeftijdsbepalend. Het enige grote verschil is dat krasjes bijna niet te voorkomen zijn en rimpels wel.’ (Aanbieding voor een schoonheidsbehandeling.)

Schoonheid zit van binnen
‘Schoonheid gaat om zelfvertrouwen: om je van binnen geweldig voelen, vooral over hoe je er van buiten uitziet, en dát uitstralen. Maar schoonheid gaat niet vanzelf. Zeker dat van buiten goed eruitzien wil je soms een handje helpen, voor € 1.399 bijvoorbeeld met Lipostyle - liposuctie van je buik- en maagzone.’

Alle teksten zijn afkomstig van Groupon.nl

maandag 11 juli 2011

Mop

Om te beweren dat we vrienden waren ging me te ver, Hennie was niet mijn vriend, hij was wat overbleef toen de andere kinderen op school vriendschappen hadden gesloten.
Aanvankelijk was ik bang voor hem. Elke ochtend als ik naar school liep keek ik eerst goed of Hennie niet in de buurt was. Meestal hield hij me tegen en liet me pas door als ik hem een snoepje had gegeven. Ik had nooit snoepjes, die waren thuis streng verboden. Ik moest dus iets anders verzinnen. Een paar keer wist ik hem om te kopen met knikkers, maar hoewel hij die wel aannam, leek hij er niet echt blij mee.
‘Vertel dan maar een mop,’ zei hij op een ochtend.
Ik kende geen moppen. Ik hoorde ze wel eens, maar onthield ze nooit. Ik kende wel een paar raadsels, maar ik wist niet of ik daarmee weg zou komen. Iedereen wist dat raadsels geen moppen waren.
‘Een mop,’ zei Hennie dreigend. Hij stond wijdbeens, met zijn armen over elkaar geslagen, en ik wist dat hij daar de hele dag kon blijven staan als hij dat wilde.
Ik slikte een paar keer, toen zei ik: ‘Wat heeft overdag vier poten en ’s nachts zes?’
Hennie zei niet: dat is helemaal geen mop, dat is een raadsel. Hij kneep zijn ogen samen en zei: ‘Nou?’
‘Weet je het niet?’
Hennie schudde langzaam zijn hoofd.
‘Een bed.’ Ik probeerde triomfantelijk te klinken. ‘Overdag vier en ’s nachts zes, omdat er dan iemand in slaapt. Twee poten extra. Van die benen. Snap je hem?’
Hennie keek me aan, blanco blik. Ik kon mijn hartslag horen en wist zeker dat hij dat ook kon.
Toen begon hij heel hard te lachen. ‘O ja,’ zei hij, ‘goeie. Echt een goeie. Haha, een bed. Ja, zes poten, haha.’
Ik lachte ook, heel hard, net als Hennie, alsof ik geen raadsel had verteld maar een echte mop.
Vanaf die dag vertelde ik Hennie elke keer als ik hem tegenkwam een raadsel. En ik kwam hem steeds vaker tegen. ‘Ik heb op je gewacht,’ zei hij soms, en later: ‘Zal ik je komen ophalen?’
En toen brak de dag aan waarop ik geen raadsels meer had, ik had ze allemaal al verteld.
‘Geeft niet,’ zei Hennie. ‘We kunnen ook gaan knikkeren of zo.’
Maar zoals gezegd, een vriendschap zou ik het niet willen noemen.

zondag 10 juli 2011

Rood

De auto staat voor het stoplicht. Ik zit voorin, want op de achterbank word ik misselijk. Mijn moeder heeft de gewoonte heel hard op te trekken en heel hard te remmen. Niet als mijn vader, bij hem word ik nooit misselijk.
Op het zebrapad loopt een vrouw. Ze draagt een soort tent van gordijnstof. Die heeft ze speciaal laten maken, weet ik.
‘Waggel, waggel, waggel,’ zegt mijn moeder. ‘Moet je nou kijken, alles trilt als ze loopt.’
‘Daar kan ze niks aan doen,’ zeg ik, ‘dat is van de medicijnen.'
‘Quasch, dat is van teveel koekjes en chips.’ De moeder drukt met haar vlakke hand op de claxon. ‘Doorlopen, vetzak.’
De vrouw kijkt om, recht in mijn ogen, en ik kan niet anders dan terugkijken.
Groen, bid ik, groen groen groen!
Maar het stoplicht blijft meedogenloos op rood staan.

maandag 4 juli 2011

Ontsnappen

Als ik niet kan slapen, fantaseer ik over ontsnappen. Ik verzin een penibele situatie en bedenk hoe ik daaruit kan ontsnappen. Bijvoorbeeld dat er brand uitbreekt en ik niet via het trappenhuis mijn huis kan verlaten. Of dat er een gifslang onder mijn slaapkamerdeur door kruipt en, om het nog moeilijker te maken, dat de poes, die bij me op bed ligt te slapen, hem wil aanvallen.
Ik fantaseer al mijn hele leven over ontsnappen. Ontsnappen uit te water geraakte auto’s, uit toilethokjes in verlaten school- en kantoorgebouwen, uit een lift die tussen twee etages is blijven hangen.

Als kind vertelde mijn vriendinnetje me eens dat er bij kennissen van hun was ingebroken. Het dochtertje, dat van onze leeftijd was, lag in bed en zag iemand in de deuropening van haar kamer verschijnen. Ze was héél stil blijven liggen, en dat, hadden haar ouders aan de ouders van mijn vriendinnetje verteld, was waarschijnlijk haar redding geweest. Ik had voor die tijd nooit gedacht aan stil zijn als een manier om te ontsnappen en voegde het onmiddellijk toe aan mijn verzameling ontsnappingsmethodes. Als er een inbreker in mijn kamer zou verschijnen, zou ik heel stil blijven liggen.

Maar stel dat ik de inbreker al van te voren hoorde op de trap, of in de keuken, graaiend door ons tafelzilver, dan had ik nog tijd om me te verstoppen, om ergens anders dan in mijn bed heel stil te zijn. Alleen waar? Onder mijn bed was te riskant, dan moest ik helemaal naar achteren kruipen, anders was ik zichtbaar vanuit de deuropening, helemaal als het ganglicht brandde (zou een inbreker het ganglicht aandoen?). In de kast was de enige optie. Ik had een grote klerenkast, ik kon op de bodem gaan zitten en de kleren als een gordijntje voor me dichttrekken. Het enige probleem was de kastdeur, die had de neiging vanzelf open te vallen als hij niet op slot zat. En van binnen kon ik hem niet op slot doen. Ik zou mijn vingertoppen om de rand moeten klemmen om hem tegen te houden. Heel stil zijn en heel goed vasthouden.
Verstoppen als ontsnapping is riskant, besefte ik, als je gevonden wordt zit je als een rat in de val.

In de roman Weduwe voor een jaar van John Irving zit een scène waarin een vrouw zich verstopt in een kast in een peeskamer terwijl een prostituee daar een klant ontvangt. De vrouw houdt zich heel stil, maar dan hoort de klant een geluid ‘alsof iemand geen geluid wil maken.’
Dat vind ik heel mooi. Een geluid alsof iemand geen geluid wil maken. Ik vind het ook heel griezelig. Als je midden in een ontsnappingsfantasie zit, is dit zo ongeveer het engste wat je je voor kunt stellen.
Maar daar verzin ik nog wel wat op.