donderdag 25 december 2008

Merry Christmas

Ooit bracht ik de kerstdagen met een vriendin door in Londen. Althans, dat was de bedoeling, maar eenmaal in Londen aangekomen bleek het hele centrum closed for the holidays. Gelukkig hadden we kennissen in de buurt, een echtpaar dat we die zomer op een Franse camping hadden ontmoet en dat ons had uitgenodigd langs te komen: any time. `In de buurt’ bleek alleen iets minder dichtbij dan we dachten. We hadden geen geld voor trein of bus en het liften ging moeizaam. Op kerstavond strandden we in Birmingham, the capital of mistroostigheid. De hostel zat vol, maar een vriendelijke voorbijganger wist ons te vertellen dat het Leger des heils aan de William Booth Lane (ja, echt) ook kamers verhuurde.

We werden ontvangen door de penetrante geur van ontsmettingsmiddelen. In de hal stond een kerstboom zonder versiering. `Merry Christmas,' zei een lange magere man, wiens handen eruit zagen alsof ze verkeerd om aan zijn polsen waren gemonteerd. We wensten hem een merry christmas too, en gingen het kantoortje van de huismeester binnen. Toen we zestien pond armer en een sleutel rijker naar buiten kwamen stond de magere man er nog steeds. `Merry christmas.' Hij klonk mechanisch en onvermoeibaar, een beetje als de plastic kerstman die we in het winkelcentrum hadden zien staan. Het enige verschil was dat hij zijn wens ook uitsprak zonder dat je hem een muntstuk voerde. Maar dat kwam waarschijnlijk door het bord met de tekst: NO DRUGS, ALCOHOL, BEGGING OR PROSTITUTION.

Onze kamer bevond zich aan een lange gang die verlicht werd door flikkerende TL-staven. Het enige raam zat zo hoog dat we er niet achter kwamen wat het uitzicht was. We bladerden de Bijbel op het nachtkastje door en maakten grapjes over de avondklok. Maar toen onze deur om tien uur via een centraal systeem werd vergrendeld, maakten we geen grapjes meer. We luisteren naar het getik van de leidingen en het geschreeuw dat door de muren heen drong.

De volgende ochtend werden we om halfzeven gewekt door een sirene. Ontbijt vond plaats in de kantine in de kelder. Op de counter stonden cornflakes te weken in lauwe melk. Een morsige kok stond lapjes bacon met eeltgeel zwoerd uit te bakken. We kregen thee met grauw schuim erop, en een glas orange juice dat naar vitamine C-bruistabletten smaakte, en dat misschien ook wel was.

Het was nog maar net licht toen we weer langs de oprit stonden met een liftbordje in onze bibberende knuisten. Tegen de middag arriveerden we op onze eindbestemming: Leamington Spa. `Let’s go to the Ploughs and Harrows,’ zei onze gastheer. `That’s where we drink,’ voegde hij eraan toe. We stopten niet meer met drinken de daaropvolgende dagen, en ook niet met eten. We trokken Christmas crackers kapot, bliezen op feesttoeters en droegen papieren kronen op ons hoofd. Het had niks te maken met kerst zoals wij het kenden, maar het werd niettemin de beste kerst ooit.

dinsdag 2 december 2008

Mode

Ergens in modeland woont een duivelse modegoeroe die graag lacht in zijn vuistje. Hij heeft zichzelf tot opdracht gesteld ons wijs te maken dat lelijk mooi is. Zo bedacht hij een tijdje terug vormeloze laarzen van dof suède gevoerd met bont. Zoals je oma ze draagt in de winter. En hij deed er nog een schepje bovenop, hij noemde ze `ugly’, kort: Uggs. En hij vertelde dat we ze niet alleen in de winter moesten dragen, zoals onze oma’s doen, maar ook in de zomer, onder luchtige jurkjes. Haha, was dat lachen.
Hij is goed met schoenen, de goeroe. Ooit bedacht hij sneakers met sleehakken. Bombardeerde de verpleegstersgezondheidssandaal tot verplicht nummer. Ontwierp plastic waterschoenen met hakken en meegebakken glitters. Daarna duwde hij ons gymschoenen door de strot, van het type dat Amerikaanse toeristes dragen in een poging nog iets van elegantie uit te stralen tijdens hun `Europe in 12 days’. Om het nog gekker te maken verfde hij ze zilver en goud. Toen al die grappen geslaagd bleken keek hij in het overzicht van vijftig jaar modeflaters en stuitte daar op de fluorescerende legging. Bingo! De tuniek voor zwangere vrouwen, nog zo’n succes. Ook een favoriet van hem: de `Hé-je-melk-kookt-over!’ Oftewel de broek die zover is afgezakt dat de onderbroek grotendeels zichtbaar is. Niks is hem te dol, die lekkere gekkerd. Het wachten is nu op de terugkeer van de schoudervullingen ter grootte van een half volkoren. Ik ben de eerste die ze af zal stoffen.