maandag 23 juli 2007

Zomergasten

Q & Q omdat dat zo spannend was, en omdat ik verliefd was op dat ene jongetje. Nee, niet die ene die later zelf filmmaker is geworden, maar die ander. Die met die krullen.

Nee, wacht. Bij nader inzien zou ik toch liever een fragment terugzien uit De vloek van Woestewolf. Met Sylvia de Leur die door een bordkartonnen decor holt. Het was heel slecht.
Hm, misschien moet ik het dan maar niet terug willen zien, bedenk ik nu…

Toppop met het optreden van Iggy Pop. Alhoewel ik eigenlijk meer benieuwd ben naar Rafaëlla Carra of Amanda Lear, een dronken Andy Gibb of dat ene liedje, hakketakke music of hoe heette het, waarbij het strapless topje van de zangeres telkens naar beneden zakte, waarna zij het weer onopvallend omhoog probeerde te trekken. Legendarisch grappig. Maar hoe die groep heette? Ik weet niet eens of het wel een groep was, eigenlijk.

O ja, en die docu over kindermishandeling – of misschien ging het daar helemaal niet over, in elk geval was er een camera opgehangen bij die mensen thuis, en dat jongetje, nou ja, dat jongetje kreeg het dus steeds voor zijn kiezen. Heel hard heb ik gehuild. Nee, hoe het heette of wie hem had gemaakt, weet ik niet. Ik geloof dat het Engels was. Maar het kan ook Nederlands zijn geweest.

Ik heb trouwens ook ooit een heel goeie docu gezien op het IDFA, over mensen die iets deden met, wat was het ook alweer, ze deden het in kleine hutjes, met vuur, daar maakten ze iets mee. Het was heel zwaar. Mooie documentaire, wel. Grizzly Man, is ook mooi trouwens.

Nee, tekenfilms heb ik niks mee.
Sport? Ook niet.
Iets met literatuur zou ik wel leuk vinden, ik weet alleen niet zo snel wat.

Twin Peaks natuurlijk. Er moet iets uit Twin Peaks bij zitten. Of beter misschien nog, Wild Palms - of is het White Palms? – het antwoord op Twin Peaks van Francis Ford Coppola, of die andere filmmaker, hoe heet ie.

O, en een film om de avond mee af te sluiten natuurlijk. Weet je wat, doe maar Songs from the Second Floor. Die wilde ik laatst nog eens huren, maar ik kon hem niet vinden. Hoef ik er ook niet meer voor naar de videotheek.

Wat het thema van mijn uitzending is? Hoezo, moet er een thema zijn dan? Het is toch gewoon terug naar je jeugd? O, dat was vroeger zo? Nou, eh, doe dan maar iets. Verwarring of zo. Of iets met identiteit, dat is altijd goed. Identiteitsdiffusie, is dat wat?

zaterdag 21 juli 2007

De amazone-indiaan

De bel gaat. Ik doe open.
`Hallo?' roep ik in het trapgat.
`Hallo,' klinkt het terug.
Ik doe een stap naar voren. `Wie is daar?'
`Ik ben het. De amazone-indiaan.'
Ik doe twee stappen naar voren. In het trapgat staat een man in een zwart pak. Op zijn rug hangt een lange zwarte staart. Hij heeft niets van een indiaan.
`Is Masha thuis?' vraagt hij.
`Die woont hier niet,' zeg ik.
`Eerst woonde ze hier wel.'
`Nou, nu niet meer. Ik woon hier al drie jaar, maar ken geen Masha.'
`O.' De amazone-indiaan lijkt even van zijn stuk gebracht. `Als je haar ziet wil je dan zeggen dat ik langs ben geweest.'
Ik knik onwillig. En dan verdwijnt hij weer. Ik kijk hem na terwijl hij tussen het winkelend publiek in mijn straat verdwijnt.

Dat was een jaar geleden. Sindsdien heeft hij nog een keer of vier aangebeld. De amazone-indiaan. En iedere keer vraagt hij naar Masha.

vrijdag 6 juli 2007

Club Propaganda


Een jaar geleden zat ik samen met een vriend in het park. Het was een klamme zomeravond en we hingen loom in het gras.
`Weet je wat een goed idee is?' vroeg de vriend.
`Nou,' zei ik lusteloos.
`Een 3voor12 voor literatuur. Een website over kleinere schrijvers, met veel recensies, interviews en dergelijke.'
Ik draaide me op mijn rug en sloot mijn ogen. `Dat bestaat toch allang.'
`Nee. Dat is het nou juist. Het bestaat niet.' Hij liet een betekenisvolle pauze vallen. `Als jij dat nou eens gaat oprichten.'
`Ik?' Ik trok één oog open en keek hem wantrouwend aan.
`Ja, jij,’ zei mijn vriend heel beslist. `Dat is goed voor je. Heb je wat afleiding.’

Ik wilde helemaal geen afleiding, ik wilde helemaal niks. Ik was aan het bekomen van een periode van ziekte, dood en scheiding. In mijn hoofd was geen ruimte voor andere zaken.
Maar de vriend bleef aandringen, zodat ik tenslotte maar iets mompelde als `Mweuh, musschien…’

Ik ging naar huis die avond en legde het idee op mijn nachtkastje.
De volgende ochtend lag het er nog. En ook de daaropvolgende weken bleef het er liggen. Misschien was het helemaal niet zo’n slecht idee.

Ik legde het voor aan een paar mensen. Die waren onmiddellijk enthousiast. Doen, zeiden ze, en wij doen mee.
`Doen' was makkelijk gezegd dan gedaan. Wat wist ik van websites? Niks. Maar zij wel, en anderen ook, en voordat ik het wist waren we met heel veel, die allemaal veel wisten en vooral heel enthousiast waren.

Ondertussen richtte ik een stichting op, opende een bankrekening en vroeg een postbus aan. Ik stelde een redactie samen, diende aanvragen voor subsidie in en legde contact met Invloedrijke Figuren uit Het Wereldje. Van het oorspronkelijke plan - een 3voor12 voor literatuur - was inmiddels niet veel over. Een cross-over tussen 3voor12, the Times Literary Supplement en Het grote Tina Vakantieboek, was nu het uitgangspunt. Er werd een pilot site gemaakt. Er kwam een comité van aanbeveling. Er werden samenwerkingsverbanden gesmeed. Er werd over gepraat.

En nu, een jaar na die avond in het park, is het dan eindelijk zo ver: wwww.clubpropaganda.nl is een feit.
Hondsmoe zijn we, maar apetrots. Het enige dat we nog kwijt willen is: join the club.